Reshoring

Tijdens de eerste golf van de coronacrisis was het vreemd te moeten vaststellen dat we voor een aantal basisproducten zoals mondmaskers, gels, hygiënische handschoenen en ander beschermingsmateriaal, volledig afhankelijk waren van buitenlandse, veelal Chinese, producenten. Dat maakte ons bijzonder kwetsbaar omdat we in een internationaal concurrentie terecht kwamen, de producten niet altijd beantwoordden aan de voorgeschreven vereisten, de kostprijs en leveringstermijnen toenamen, ... De vraag stelde zich waarom deze maakproducten niet hier konden worden geproduceerd. Die vraag werd al snel beantwoord toen een aantal maatwerkbedrijven (beschermde en sociale werkplaatsen) hun productie-omgeving aanpaste om deze basisproducten aan te maken. Het lag immers perfect in lijn met de mogelijkheden van hun doelgroep. Zo toonden ze aan dat maakactiviteiten ook in eigen land kunnen doorgaan en er ruimte is voor reshoring in plaats van offshoring van maakproducten.

Deze evolutie tijdens corona-tijden toont aan dat we bestaande productieketens kunnen herzien en herinrichten en maakactiviteiten die we uitbesteed hebben, terug naar hier kunnen halen. Die noodzaak wordt nog versterkt omdat offshoring meer en meer gepaard gaat met onverantwoorde directe en indirecte kosten inzake milieu en mobiliteit, te lange productieketens in functie van snel veranderende behoeften, oplopende productiekosten in de offshoringslanden, gebrek aan maatwerkproductie, ... Vanuit een duurzaamheidsperspectief is het tevens van belang de ketens kort te houden, cradle to cradle productie dicht bij huis te stimuleren en de transitiekosten te beperken. Voldoende redenen dus voor bedrijven om hun offshoringsstrategie kritisch onder de loep te nemen en opnieuw de mogelijkheden van reshoring actief te exploreren.

Nederland verkent vandaag al erg actief het perspectief van reshoring. Zo ontwikkelde de Kamer van Koophandel een Reshoring Potentieel Scan als strategische ondersteuning bij de keuze voor re- of offshoring. De Universiteit van Tilburg werkte bovendien op vraag van de Kamer van Koophandel een specifieke tool voor bedrijven om heel concreet de voor- en nadelen van reshoring in kaart te brengen. De reshoringtool laat toe de kostenontwikkeling te vergelijken tussen Nederland en een gekozen lagelonenland. Zo beschikken de Nederlandse bedrijven over alle elementen om de mogelijkheden van reshoring actief te exploreren.

Reshoring kan niet enkel economisch interessant zijn maar houdt ook nieuwe jobkansen in voor kortgeschoolden. De werkzaamheidsgraad van deze groep ligt immers beduidend lager dan bij de hogergeschoolden. Het biedt tevens de onbetwiste opportuniteit om de structurele samenwerking tussen de ‘reguliere’ bedrijven en de maatwerkbedrijven (de sociale en beschermde werkplaatsen) te bevorderen. Bedrijven die zelf niet in staat zijn de maakactiviteiten uit te voeren, kunnen deze activiteiten uitbesteden aan maatwerkbedrijven of een maatwerk-enclave in hun bedrijf inrichten. Zo wordt de economie meer inclusief, wordt de tewerkstelling gestimuleerd en de productie verduurzaamd. Een triple win!