Verdwenen kroonjuwelen

Neen, dit is niet de titel van een thriller of stripverhaal maar wel de titel van een column over de geleidelijke teloorgang van excellente publieke instituties in Vlaanderen. In de jaren ‘90 van vorige eeuw werd Vlaanderen een autonome Deelstaat en bouwde het een eigen identiteit op met spraakmakende en innovatieve evenementen zoals Flanders Technology International (FTI). Maar het waren vooral enkele verzelfstandigde agentschappen die de Vlaamse overheid een eigen smoel gaven : VRT, VDAB, De Lijn en Kind en Gezin. Deze agentschappen zorgden voor vernieuwing in hun domein en gaven vorm aan Beter Bestuurlijk Beleid. De VRT werd geroemd om zijn deskundige en onafhankelijke nieuws- en duidingsmagazines en zijn erg kwalitatieve producties en series. VDAB sprong op de kar van de technologische innovatie en bracht zo de vacatures dichter bij de werkzoekenden en werkgevers. De Lijn stond in voor het verzekeren van de basismobiliteit in Vlaanderen en investeerde in projecten zoals de Kusttram. Kind en Gezin bouwde de geïntegreerde gezinszorg uit, hervormde het oude ‘kinderwelzijn’ en nam nieuwe opdrachten zoals adoptievoorzieningen aan. De betrokken instituties braken met de ambtenarencultuur van het verleden en waren o.m. voortrekkers van klantgerichtheid, digitalisering, klachten- en stakeholdersmanagement, publieke communicatie, beheersovereenkomsten, auditing, e.a. Ze richtten eveneens een eigen netwerk, MOVI, op om kennis en ervaringen tussen verzelfstandigde agentschappen uit te wisselen en samenwerkingen te bevorderen. De betrokken instituten waren in hun domein ook referentie-organisaties voor hun Europese collega’s. Geen wonder dat de leidend ambtenaren van deze overheidsorganisaties het vaak schopten tot Overheidsmanager van het Jaar : Yvan Bostyn (VDAB), Lieven Vandenberghe (Kind en Gezin), Ingrid Lieten (De Lijn), … De vier agentschappen waren de kroonjuwelen van een frisse, dynamische en klantgerichte Vlaamse overheid.

Vandaag moeten we jammerlijk genoeg vaststellen dat deze instellingen hun koppositie verloren hebben. Ze hadden en hebben niet alleen te maken met forse besparingen of jarenlange onderinvesteringen maar werden ook in een strakker politiek-ambtelijk keurslijf geduwd. Ministers en kabinetsleden houden zich niet aan de scheidingslijn van ‘de politiek bepaalt wat’ en ‘de instelling hoe’. Kabinetten moeien zich regelmatig met het management van de organisatie. Ministers nemen de communicatie van de organisatie over bij successen, maar schuiven fouten door naar de organisatie, ook al betreft het (deels) fouten in de politieke besluitvorming. De departementen halen met de steun van hun voogdij-ministers horizontale bevoegdheden zoals personeelszaken, gebouwenbeheer, vlootbeheer, begroting, .. (morgen IT?), weg uit de agentschappen. Die agentschappen beschikken daardoor niet meer over alle hefbomen om hun opdrachten doelmatig te realiseren. De departementen zijn doordrongen van het credo van het New Public Management waar efficiëntie en effectiviteit heersende waarden zijn. Het ideologisch simplisme dat ten grondslag ligt aan deze operatie inzake het fuseren van horizontale aangelegenheden, staat haaks op de toenemende complexiteit waar de verzelfstandigde agentschappen mee worden geconfronteerd, een complexiteit die snelle, integrale en op maat gemaakte antwoorden vraagt. Tot op heden werd de beoogde efficiëntie en effectiviteit van de horizontale schaalvergroting niet bewezen en kan men enkel vaststellen dat de agentschappen niet of minder toonzettend zijn. Ze zijn niet meer de kroonjuwelen van de Vlaamse overheid …

De geleidelijke teloorgang van deze organisaties wordt dan nog door bepaalde politieke partijen aangegrepen om de werking verder uit te hollen, onder het voorwendsel dat ze toch niet werken. VRT moet meer series, ook de eigen topseries, uitbesteden aan private productiehuizen. VDAB moet bevoegdheden overhevelen naar lokale besturen omdat die dichter bij de arbeidsmarkt zouden staan. De Lijn moet ook meer uitbesteden aan private busmaatschappijen en de lokale overheden krijgen ruimere inspraak. De bevoegdheden van Kind en Gezin staan ter discussie naar aanleiding van recente spijtige voorvallen met betrekking tot de kinderopvang. Ik ben in se niet gekant tegen meer publieke-private samenwerking of aan de toekenning van welomlijnde opdrachten aan lokale besturen op voorwaarde dat dit kadert binnen een visie waarin het betrokken Vlaams agentschap een duidelijke regierol krijgt. Tevens moeten de private of lokale partners die een overheidstaak mee uitvoeren, onderworpen zijn aan gelijke of gelijkwaardige waarden (duurzaamheid, inclusie, gelijke behandeling, ..), principes (transparantie, klantvriendelijkheid, …) en toezichtsfuncties (klachtenmanagement, audit, …). Helaas wordt er van deze voorwaarden weinig of geen werk gemaakt en krijgen de verzelfstandigde agentschappen niet de mogelijkheid om terug trendsetters te worden in hun domein. Dat zou nochtans het tanend imago van de Vlaamse overheid kunnen herstellen en Beter Bestuurlijk Beleid een nieuw élan geven. Het wordt hoog tijd om de kroonjuwelen weer te laten schitteren!

bronvermelding afbeelding: http://www.freepik.com - Designed by vectorpocket / Freepik