Chasse patate

Als fervent wielerliefhebber is het fenomeen van de ‘chasse patate’ me niet onbekend. Ik heb zowel op de weg als op de piste staaltjes gezien van een patattenjacht. Voor de leek : er is sprake van een ‘chasse patate’ wanneer één of meerdere renners uit het peloton demarreren om een kopgroep die al redelijk ver vóór dat peloton uitrijdt, bij te halen maar na enige tijd de kloof niet gedicht krijgen, vrij lange tijd op een afstand blijven hangen en meestal door het peloton nog vóór de finish worden opgeslorpt. Al bij al voor de betrokken renners een uitputtende maar weinig renderende inspanning waaruit vooral een gebrek aan koersinzicht en -strategie blijkt.


In de koers naar een werkzaamheidsgraad van 80% lijkt de Vlaamse overheid ook een ‘chasse patate’ te rijden. Een ruime kopgroep met Zweden, Nederland, Duitsland, Tsjechië, Estland en Denemarken is uit het Europees peloton ontsnapt … Ze rijden al een tijd op kop en hebben hun voorsprong tijdens de beklimming van de ‘Col de Corona’ kunnen behouden. En nu demarreert Vlaanderen uit het peloton in de overtuiging dat het de kopgroep nog kan bijbenen. Het heeft immers zijn ogen goed de kost gegeven en voor zijn fiets de materialen gekozen die gelijk zijn aan die van de fietsen van de koplopers. Stampend op de pedalen rijdt Vlaanderen iets vóór het Europees peloton uit maar blijft het wel hangen op een respectabele afstand van de kopgroep. De kloof krijgt het niet gedicht ondanks het gelijke materiaal. Het dreigt dan ook terug te vallen in de middenmoot. Op steun van de ploegmakkers Wallonië en Brussel kan het niet rekenen want die hebben alle moeite om het peloton te volgen.


Hoe dat komt? Wel, renners weten heel goed dat het niet volstaat om over het beste materiaal te beschikken, ze moeten ook goed getraind zijn en in een optimale conditie verkeren. De trainings- en conditiemethodes van vroeger zijn echter achterhaald en vervangen door nieuwe wetenschappelijke methodes waarbij meer en meer gebruik wordt gemaakt van slimme data. Tijdens de trainingen en wedstrijden wordt alles minutieus gemeten : wattages, hartslag, calorieverbruik, vetpercentages, pedaalomwentelingen, zuurstofgehalte, … Men zoekt nieuwe wegen uit de aërodynamica op, bundelt sporttechnische met andere disciplines en neemt innovaties van andere sporttakken en industrieën over. Voor de hedendaagse wielerkledij is er bijvoorbeeld gebruik gemaakt van synthetische stoffen die o.a. in het schaatsen en skiën worden gehanteerd. In windtunnels wordt de ideale fietspositie gezocht. Zo probeert men elke renner een begeleiding op maat te bieden die maximale prestaties waarborgt op korte en langere termijn. Helaas houdt Vlaanderen nog vast aan de oude trainingstechnieken. Het rijdt nog op biefstukken en bidons gevuld met champagne en geklutste eieren. De training bestaat uit zo veel mogelijk kilometers maken aan een egaal tempo. Vertaald naar de arbeidsmarkt gaat het over een aanpak gericht op snelle activering zonder aandacht voor duurzame inzetbaarheid, doelgroepmaatregelen in plaats van maatwerk, een diplomacultuur en geen cultuur van lang leuk leren, een homogeen personeelsbeleid in plaats van diversiteit en inclusie, innovatie van de arbeidsorganisatie ter vervanging van de hiërarchisch gelaagde organisatie, een te eenzijdige focus op werkzaamheid ten nadele van werkbaarheid, etc.. Het innovatievermogen van het Vlaams arbeidsmarktbeleid ligt thans nog op een veel te laag peil.


Zo verkeert de Vlaamse arbeidsmarkt niet in een optimale conditie om de kopgroep te vervoegen en dreigt het een lange en uitzichtloze chasse patate te worden! Hoog tijd dus om te investeren in betere, nieuwe en innovatieve trainingstechnieken zodat we een grotere versnelling kunnen duwen. Hopelijk halen we dan op zijn minst vóór het peloton en liefst in het wiel van de kopgroep de eindmeet van de 80% werkzaamheidsgraad!