De onzichtbare hand

De VUCA omgeving houdt ook een groot onzekerheidsgehalte in voor de arbeidsmarkt. Dat blijkt nu weer met de coronacrisis die niet alleen plots een rem zet op de werkgelegenheidsgroei maar ook zorgt voor ontslagen en nieuwe pieken van tijdelijke werkloosheid. Niet te verwonderen dat in dit soort crises er stemmen opduiken die het einde van de arbeid of de verschaarsing van arbeid aankondigen. Getuigen van deze reacties naar aanleiding van eerdere sociaal-economische crisisperiodes zijn onder meer de ‘klassieke’ werken van de Amerikaanse economist Jeremy Rifkin met “The End of Work” , van de Franse filosofe Dominique Meda met “ Le travail. Une valeur en voie de disparition” en van de Nederlandse arbeidsmarktdeskundigen Klamer, van der Laan en Prij met “De illusie van volledige werkgelegenheid”. Hun discours kreeg recent versterking vanuit de technologische hoek. Door processen van robotisering gecombineerd met artificiele intelligentie en ‘machine learning’ zal werk vernietigd worden, zo stelt de Amerikaanse software entrepreneur Martin Ford in zijn werk “ The Rise of the Robots”. Zijn collega en Silicon Valley-investeerder Marc Andreesen beweert dat software de wereld, met inbegrip van de arbeidsmarkt, aan het opeten is. Sommige technologie-experten en -ondernemers zoals Elon Musk voorspellen een massale vernietiging van zowel white als blue collar jobs en een structureel werkloosheidspeil van 70%. Populaire magazines zoals Der Spiegel, Time Magazine en The Economist afficheren op hun frontpagina dat het gedaan is met onze jobs en dat de robots ons werk zullen overnemen. Deze opvatting wordt versterkt door de beelden van Amazone’s zelfbedieningswinkels-zonder-personeel, zelfrijdende auto’s, autonome truckkonvooien, zorgrobots, de toenemende online-verkoop, de afbouw van bankloketten, etc..

Men zou dus gaan geloven dat er een einde komt aan de werk-maatschappij. Nochtans is het einde van de arbeid niet nabij. Wel integendeel, het aantal werkende mensen neemt gestaag doch soms schoksgewijze toe. Het werkgelegenheidspeil en de werkzaamheidsgraad lagen nog nooit zo hoog als in het najaar 2019. De terugval in werkgelegenheid Ingevolge een of andere crisis wordt gevolgd door een nieuwe ‘hausse’ die uitsteekt boven het werkgelegenheidsniveau van voor die crisis. En we hebben de laatste decennia tal van crises meegemaakt van de oliecrisis in de jaren ‘70-‘80 van vorige eeuw over de millenniumcrisis en de financieel-economische crisis in 2007-2008 tot vandaag de coronacrisis. De jobgroei is niet zo vreemd. Sommige auteurs zoals Wuhl wijzen bijvoorbeeld met veel overtuiging op de expansiekracht van arbeid die samenhangt met de logica van het valoriseren van kapitaal. Die logica houdt in dat -ook mede door de syndicale en emancipatorische strijd voor volwaardige participatie door arbeid- gesalarieerde arbeid als algemeen en doorslaggevend toegangsticket tot het verwerven van financiële en participatieve bestaanszekerheid wordt beschouwd en als basis voor sociale identiteit en cohesie. Doordat de kapitaals- en marktdynamiek zich ook verspreidt over andere levensdomeinen zoals zorg, kunst, ecologie, vrije tijd, politiek, sport,.. gaat de ermee verbonden arbeidslogica over naar deze domeinen. Daardoor komt betaalde arbeid quasi overal als een centrale conceptgegevenheid te staan.

Ook in de toekomst blijft arbeid een centrale plaats innemen. De studie “Be the Change” uitgevoerd door Agoria in samenwerking met de Belgische publieke bemiddelingsdiensten en het Roland Berger Institute toont aan dat -ondanks de toenemende technologisering en robotisering aan de ene kant en de vergrijzing aan de andere kant- de werkgelegenheid in België nog substantieel zal stijgen. Deze uitkomst spoort samen met Europese studies die handelden over ‘The Future of Work’. Ook zij voorspellen een toename van jobs en brengen de droom van volledige werkgelegenheid weer dichterbij. Dat is niet nieuw want sommige politici en arbeidsmarktdeskundigen stelden volledige werkgelegenheid in het vooruitzicht net voor het uitbreken van de financieel-economische crisis en voor de coronacrisis. In beide periodes steeg de werkgelegenheid vrij fors en daalde de werkloosheid tot voordien onbereikbaar gewaande laagtes. Kanttekening hierbij is dat politici en deskundigen zich blind staarden op de lage werkloosheid maar geen oog hadden voor de hoge inactiviteit.

Hoe dan ook is het alsof er een onzichtbare hand opduikt telkens de arbeidsmarkt naar volledige werkgelegenheid tendeert. Het begrip ‘de onzichtbare hand’ komt van de Schotse moraalfilosoof Adam Smith . In diens standaardwerk “The Theory of Moral Sentiments” wordt het zelfregulerend effect van de ‘onzichtbare hand’ beschreven; die hand zorgt ervoor dat de rijke happy few bij het individualistisch nastreven van hun eigenbelang onbedoeld en onbewust ook een billijkere verdeling van goederen en diensten bevorderen en zo bijdragen tot collectieve welvaart. Het begrip is echter een eigen leven gaan leiden en wordt nu gebruikt om een verschijnsel te duiden dat afzonderlijke acties of gebeurtenissen kunnen leiden tot onbedoelde of onbewuste uitkomsten. De arbeidsmarkt lijkt ook te lijden aan de grillen van de onzichtbare hand die opduikt en afremt telkens als volledige werkgelegenheid dichterbij komt. Dat is nu ook weer duidelijk gebleken met het plots uit het niets opduikende coronavirus dat bruut en abrupt de werkgelegenheidsgroei stopt.

De vraag stelt zich of deze opeenvolgende crises, kenmerkend voor de VUCA-wereld van vandaag en morgen, niet een reden moeten vormen om het arbeidsmarktbeleid op een nieuwe leest te schoeien. We kunnen ons immers verwachten aan een nieuwe gezondheids- of klimaatcrisis. Het is dus van belang ons voor te bereiden op de onvoorspelbare gebeurtenissen, eigen aan wat de Duitse socioloog Ulrich Beck onze ‘risico-maatschappij’ noemt. Zo moeten we niet langer vasthouden aan het veel gepredikte politiek credo ‘jobs, jobs, jobs’ en ook niet (alleen) aan de roep om ‘mensen, mensen, mensen’ maar voluit opteren voor ‘skills, skills, skills’. Maar dit is niet het enige paradigma dat we in vraag moeten stellen ... In de volgende columns ga ik in op een aantal paradigmawissels die zich moeten voltrekken in het post-coronatijdvak.