De Zevende

In het boek Genesis kan je het gekende Scheppingsverhaal terugvinden. Hoe God de wereld schiep in zes dagen. Op de zevende dag was de schepping voltooid en kon God eindelijk rusten. Deze metafoor gaat alleszins niet op voor de schepping van de Belgische Staat. We hebben er inmiddels zes staatshervormingen op zitten waarin heel wat politieke, ambtelijke, bestuurlijke en budgettaire middelen werden gestopt maar die verre van af is. De huidige coronacrisis heeft ook weer enkele pijnpunten van de actuele staatsvorming bloot gelegd zoals gebrekkige coördinatie-mechanismes tussen de verschillende overheden, niet homogene bevoegdheidspakketten, een opeenstapeling van overheidsniveaus, een gebrek aan lange termijn-strategieën, ....

Die pijnpunten gelden ook voor het werkgelegenheids- en arbeidsmarktbeleid. De bevoegdheden van de Deel-Staten zijn niet homogeen. Soms heeft de federale overheid nog een voet in de regionale bevoegdheden : zo is het normatief kader inzake activeringsbeleid een federale bevoegdheid, enkel de uitvoering ligt bij de Gewesten; voor andere items zoals opleiding van werkzoekenden en Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschappen zijn de Gewesten wel normatief bevoegd maar zit er een federale budgettaire sleutel op het gebruik ervan. Andere bevoegdheden die op de werkvloer samenhangen zoals werken en leren of werk en welzijn, zijn institutioneel versnipperd over verschillende overheidsechelons. Die pijnpunten verhinderen mee dat we een hogere werkzaamheids- en werkbaarheidsgraad behalen. Het is dus geen optie om nu een institutionele rustpauze in te lassen. Er dringt zich een zevende en liefst finale staatshervorming op. Die hervorming moet ook de federale bevoegdheden vast verankeren. Nu ontstaat de indruk dat alle bevoegdheden naar de Deel-Staten moeten gaan. Dat is niet wenselijk voor items zoals bijvoorbeeld defensie, veiligheid, politie, monetair beleid, sociale zekerheid, ... Die staatshervorming mogen we evenmin incrementeel benaderen zoals alle vorige, maar moet getuigen van een lange termijn-visie. Wat zijn m.i. de basisingrediënten van zo’n visie?

Definieer vooreerst de gemeenschappelijke doelstellingen die het algemeen belang weerspiegelen en alle overheidsniveaus (ver)binden! Inzake werkgelegenheid bijvoorbeeld een werkzaamheidsgraad van 80% tegen 2030. Elke maatregel dient zich in deze doelstelling in te schrijven; overheden kunnen mekaar via het institutioneel overleg hierop aanspreken.

Zorg dat de bevoegdheden van de federale overheid en de Deel-Staten homogeen zijn. Dus geen overlappende, gedeelde of gebonden bevoegdheden. Elke overheid heeft de volle bevoegdheid en verantwoordelijkheid. Het arbeidsmarktbeleid moet zo een integrale regionale bevoegdheid worden. Dit betekent de overheveling van bepaalde normatieve bevoegdheden en de opheffing van gebonden bevoegdheidselementen.

Bouw de overdreven veellagigheid van ons politiek-bestuurlijk apparaat af. We hebben te veel structuren : federale overheid, gewesten, gemeenschappen, provincies, intercommunales, streekstructuren, steden en gemeenten, ... Dat bemoeilijkt coherentie, consistentie en wendbaarheid. Houdt hierbij rekening met de gelijktijdige tendens van meer Europeanisering en meer lokalisering. Beide tendensen bepalen vandaag reeds voor een deel de evoluties op de arbeidsmarkt.

Waarborg dat er sterke coördinatie- en afstemmingsmechanismes zijn inzonderheid inzake samenwerking tussen de Deel-Staten. Synerjob, het overleg tussen de verschillende autonome publieke bemiddelingsdiensten, is hierbij een inspirerend voorbeeld. Het zorgt voor afstemming inzake de interregionale mobiliteit van werkzoekenden en coördineert de regionale activiteiten t.a.v. de EU.

Politici, het werk is nu aan jullie! Na deze zevende staatshervorming kunnen jullie institutionele rust vinden!