Tien voor Taal?

Misschien herinner je nog het TV spelletjesprogramma ‘Tien voor Taal’ dat werd uitgezonden op de VRT van 1990 tot 2009 en nog door Robert Long, Mark Uytterhoeven, Tom Lenaerts en Marcel Vanthilt werd gepresenteerd. Daarin namen een Nederlands en Vlaams team het inzake taalkennis en taalvaardigheden tegen mekaar op. Het programma onderlijnde op een speelse en humoristische manier de impact van taal op het gedrag van mensen en als middel voor verbinding en participatie. Dat taal die doeleinden dient, is sedertdien meermaals gebleken bij de integratie van vluchtelingen en nieuwkomers. Daarom moet er blijvend ingezet worden op het verwerven van de nodige taalvaardigheden.

Nochtans scoort het taalrapport van de arbeidsmarkt geen 10 op 10. Het jargon van de arbeidsmarkt schrikt vaker dan nodig af in plaats van te verbinden. Kenmerkend in dit verband is het veel gebruikte begrip ‘levenslang leren’ dat eerder verwijst naar het gevangeniswezen dan naar ontwikkeling. Zo’n penitentiaire taal vind je tevens in de woorden ‘tewerkstellingscel’ en ‘een aanklampende aanpak’. Weinig waarderend taalgebruik is helaas ook veel voorkomend wanneer men het heeft over mensen die ‘moeilijker’ aan het werk geraken. Illustraties terzake zijn de begrippen ‘risicogroepen’, ‘mensen met een restcapaciteit’, laaggeschoolden, ex-gedetineerden, werkzoekenden met ‘een gat in hun CV’, ongekwalificeerde uitstroom, onbemiddelbare werkzoekenden, etc …. Hoe zou jezelf reageren als men zo’n ticket op jou zou plakken? En wat te denken van het systematisch omschrijven van 55+ ers als oudere werknemers. Hoe kan je hen nog motiveren om langer te blijven werken, als je hen terminologisch al afschrijft? In deze opsomming past ook de terminologie ‘mensen met een verre afstand tot de arbeidsmarkt’ die je veelvuldig terugvindt in beleidsteksten en zelfs regelgevingen. Die terminologie doet uitschijnen dat deze mensen verantwoordelijk zijn voor de verre afstand en dat zij dus die afstand moeten inkorten. Terwijl een afstand toch langs twee kanten kan verkort worden om mekaar te ontmoeten, niet? Of moeten we ook gaan spreken over vacatures met een grote afstand tot de mens?

Ik verzet me ook al jaren tegen de terminologie ‘work-life’ balans. Alsof je niet leeft wanneer je werkt, alsof werken geen deel van het leven is … Dat soort terminologie karakteriseert werk als iets ‘dwingends’, een context die niet geassocieerd kan worden met geluk, een omgeving van onvrijheid, …. Als je nochtans het discours aanhoort van deskundigen uit het gezondheidsbeleid, de armoedebestrijding, de geestelijke gezondheidszorg, het jeugdwerk, …, dan pleiten ze allen om hun doelgroep snel en duurzaam te integreren in het arbeidsbestel. Want werken heelt en zo krijgt het leven van de doelgroepers weer zin.

Daarom een oproep om stimulerend, waarderend en positief taalgebruik te hanteren op de arbeidsmarkt. Dat lost natuurlijk alle problemen niet op maar draagt wel bij tot een respectvolle arbeidsmarkt en werkomgeving!

HR kan hierin het voortouw nemen en zo krijgen we misschien toch een ‘10 voor taal’!