(On)beperkt?

De verkiezingen komen er aan. Tijd dus voor weer een hoop politieke slogans en stoerdoenerij. Zoals de werkloosheidsuitkeringen moeten in de tijd beperkt worden. Het is evenwel fout om te stellen dat deze uitkeringen onbeperkt zijn. De wetgever heeft steeds mechanismes voorzien om uitkeringen te stoppen bij ‘onbeschikbaarheid voor de arbeidsmarkt’ of ‘abnormaal langdurige werkloosheid’. Maar nog los van deze foute voorstelling is het debat over het al dan niet beperken van het recht op uitkeringen in se een non-issue, een symbooldiscussie. Beperkte of onbeperkte uitkeringen lossen de problemen op de arbeidsmarkt niet op. Wat er toe doet, is een aanklampende en intensieve begeleiding op maat voor elke werkzoekende door de VDAB en zijn partners.

Bij een aanklampende begeleiding vanaf de aanvang van de werkloosheid kunnen werkzoekenden die direct inzetbaar zijn, onmiddellijk naar een passende vacature worden geleid. Door de vergrijzing zijn er immers heel wat jobopportuniteiten in vele sectoren en beroepen. Werkzoekenden die deze kansen op werk niet grijpen, kunnen door die aanklampende begeleiding vrij snel gedetecteerd worden en gesanctioneerd worden wegens het weigeren van een passende job. Die aanpak zal ook duidelijk maken welke werkzoekenden nood hebben aan een opleiding of bijscholing vooraleer ze op een jobaanbod kunnen ingaan. Ook hier kan de werkwilligheid direct beoordeeld worden. De uitkering is dus beperkt in de tijd voor de snel inzetbaren, de werkonwilligen en de werkzoekenden die een opleiding nodig hebben.

Wie blijft er dan nog werkloos? Voornamelijk de werkzoekenden die wel willen werken, maar om diverse redenen nog niet of zelfs niet meer een betaalde job in de reguliere of sociale economie aankunnen. Het kan gaan om werkzoekenden die kampen met een combinatie van medische, mentale, psychiatrische, psychische en sociale beperkingen of die in een diepe situatie van armoede en sociale uitsluiting zitten. Deze werkzoekenden moeten kunnen rekenen op een langdurige persoonlijke en intensieve begeleiding en/of een plaats in een sociale economie- of arbeidszorginitiatief. In het beste geval kunnen ze van daaruit ooit doorstromen naar een job in de sociale of reguliere economie. Het is logisch dat deze werkzoekenden hun uitkering behouden gedurende hun langdurig integratietraject.

Het debat gaat dus niet over beperkte of onbeperkte uitkeringen maar wel over onbeperkte middelen om alle werkzoekenden snel, passend en intensief te begeleiden, om de nodige capaciteit inzake opleidingen, sociale economie en arbeidszorg te voorzien én om werkgevers die bereid zijn getalenteerde mensen met een kwetsbaar profiel onbeperkt kansen te bieden!