'The Invisible Man'
Voor liefhebbers van Amerikaanse science fiction comics en TV series is The Invisible Man geen onbekende …. Ook al is hij een vrij ambetant personage. Je ziet immers niet waar en wanneer hij opduikt of wat hij uitspookt. Maar zijn territorium blijft niet beperkt tot science fiction ; zijn verschijning maakt ook de opwacht op de arbeidsmarkt. Hij komt te voorschijn wanneer je hem niet verwacht en hij gebruikt dan vooral zijn onzichtbare hand om de werkgelegenheidsgroei af te remmen … The Invisible Man zit niet bij de ‘good guys’ van het arbeidsuniversum.
Zo verscheen hij in 2007 ‘out of the blue’ om de snelle daling van de werkloosheid te stoppen door een mondiale financieel-economische crisis aan te wakkeren. Toen we deze crisis verteerd hadden en de werkloosheid weer begon af te nemen, dook The Invisible Man opnieuw op met een vluchtelingencrisis waardoor de werkloosheid weer met een ruk omhoog ging. Begin 2020 stevende de Vlaamse arbeidsmarkt af op het niveau van frictiewerkloosheid maar stak hij met de coronacrisis een stok in de werkzaamheidswielen. En nu we langzamerhand uit deze crisis geraken en een overvloed aan vacatures en jobkansen hebben, is onze boosdoener er weer met een energiecrisis die de groei van bedrijven hypothekeert. Het moet zijn dat The Invisible Man ooit negatieve werkervaringen heeft gehad en daarom onzichtbaar interfereert wanneer de werkloosheid naar een zero-peil daalt.
Die interferentie is vooral nadelig voor de kansengroepen op de arbeidsmarkt. Zij vinden het moeilijkst hun weg naar werk en blijven doorgaans het langst achter in de ‘visvijver’ van arbeidskrachten. Ze zijn ook vaak het slachtoffer van de LIFO-praktijken bij bedrijven : last in, first out. Die praktijken verhinderen dat we een inclusieve arbeidsmarkt realiseren. Kansengroepen hebben een ‘stabiele’ periode nodig om geïntegreerd te worden en blijven. The Invisible Man is zeker geen voortrekker van diversiteit en inclusie.
De uitdaging voor beleid, sociale partners en arbeidsorganisaties bestaat erin een omgeving te creëren waarin The Invisible Man niet of veel minder kan ingrijpen. Dat houdt in dat we investeringen in activering en opleiding in tijden van stagnatie en budgettaire contraintes niet terugdringen maar juist dan een Keynesiaans sociaal investeringsbeleid voeren. Zo’n beleid laat immers toe dat mensen zich verder en blijvend kunnen ontwikkelen, ook de mensen behorend tot de kansengroepen, en effectief in aanmerking komen om de vele vervangingsvacatures in te vullen. Zo’n beleid houdt iedereen ‘warm’ op en voor de arbeidsmarkt en breekt met LIFO praktijken. Het beoogt ‘Everybody In, Nobody Out’! Dan is iedereen met zijn of haar talenten duidelijk zichtbaar op de arbeidsmarkt. ‘Visible People’ in plaats van ‘The Invisible Man’!