STEM in ALL

Politici en bedrijfsleiders uit de industriële sectoren benadrukken heel sterk de noodzaak dat meer jongeren voor STEM-onderwijs en -opleidingen zouden kiezen. Er is immers een structureel tekort aan STEM-profielen op de arbeidsmarkt … Bovendien zijn er STEM-professionals nodig om de grote uitdagingen waar we als samenleving voor staan, zoals de klimaatverandering, aan te pakken. Hun pleidooi laat evenwel uitschijnen dat STEM-profielen méér van belang zijn dan bijvoorbeeld zorg-profielen. Die polarisering tussen STEM en zorg vind je ook terug in de jaarlijkse schoolverlatersstudie van VDAB en in de veel gehanteerde opsplitsing tussen ‘echte’ STEM en STEM for All.

De vraag stelt zich of we in plaats van te polariseren en te denken in termen van een competentie-hiërarchie waarbij STEM-competenties bovenaan staan, niet beter naar verbinding zouden zoeken vanuit de verschillende en veranderende realiteiten van de arbeidsmarkt. Die realiteiten hebben eerst en vooral te maken met de verdergaande technologisering en digitalisering die niet enkel een impact hebben op de industriële sectoren, de ‘STEM-sectoren’, maar eigenlijk alle sectoren doordringen. Zo schraagt de IT de processen van de publieke sector, de zorg- en gezondheidssector, de sector van de persoonlijke dienstverlening, de landbouw, de vrijetijdseconomie, … Productie-omgevingen veranderen in gecobotiseerde settings waar mens en machine complementair worden ingezet. Organisaties met een dienstverlenend karakter steunen meer en meer op artificiële intelligentie om hun diensten beter op maat van de gebruiker te kunnen aanbieden. Technologisch gedreven zorg-op-afstand vult humane zorgverlening aan.

De krapte op de arbeidsmarkt is een tweede realiteit die ons doet inzien dat we tekorten deels kunnen opvangen door de technologie anders te benutten. Zo kunnen robots eentonige taken of zwaar werk overnemen van de mens. Zo kunnen afstandssystemen in bvb de zorg of persoonlijke dienstverlening een betere humane inzet mogelijk maken. Maar technologie laat ook volwaardige participatie van mensen met mindere kansen op de arbeidsmarkt toe. Denken we maar aan spraak- en beeldtechnologieën voor personen met beperkingen of exoskeletons voor personen met rugklachten.

Deze realiteiten zorgen ervoor dat iedereen in zijn professionele sfeer maar ook in zijn persoonlijke sfeer geconfronteerd wordt met technologisering, digitalisering en robotisering. Dat STEM overal aanwezig is en dat STEM-competenties in de vaardigheidsrugzak van de 21e eeuw thuis horen. Een bepaalde bagage aan digitale en technologische vaardigheden behoort tot het modern basisgeletterdheidsniveau en dient aan elke schoolverlater te worden meegegeven. Vanuit die brede beweging van inbedding van STEM-vaardigheden in de onderwijscurricula is het niet langer nodig om te gaan polemiseren of lobbyen rond STEM .. Iedereen verwerft de nodige STEM-vaardigheden om wendbaar en weerbaar door het (professioneel) leven te kunnen .. en sommigen kunnen zich specialiseren in diepere STEM-kennis.